In Spanje zeggen autoriteiten, specialisten en instellingen dat vijf keer eten per dag het gezondst is. Veel Spanjaarden houden zich dan ook daaraan al is dat niet altijd voor iedereen mogelijk. In het zuiden heeft men een ander levensritme en dat uit zich ook in de maaltijdmomenten en dagindeling.
Wat betreft het eten hebben de meeste Spanjaarden een strak schema waarbij men zich probeert te houden aan het gezonde idee van vijf keer eten per dag. We hebben het dan over het ontbijt (desayuno), de ochtendsnack (almuerzo), de middagmaaltijd/lunch (comida), de middagsnack (merienda) en dan als laatste de avondmaaltijd/diner (cena).
De snelheid van het dagelijkse leven is erg veranderd in Spanje maar het middagmaal is nog altijd een zeer belangrijke gebeurtenis. De mensen gaan tussen de middag terug naar huis voor een goed middagmaal en tegelijkertijd kunnen zij genieten van hun siësta na het middageten om nadien terug te keren naar hun werk.
De dag start met de “desayuno” wat het ontbijt is. Het ontbijt bestaat uit “café con leche”, koffie met zeer veel melk en brood, toast of “churros”, gefrituurde stokjes met suiker erop. Al worden de churros niet meer overal als ontbijt gegeten.
Veel mensen slaan het ontbijt echter over en ontbijten pas later rond 10 uur als ze in principe al aan het werk zijn, iets wat heel gewoon is in Spanje.
Omdat het normale ontbijt niet genoeg is tot aan het middagmaal neemt praktisch iedereen tussen 10.00 en 11.00 uur een tweede ontbijt, wat voor sommigen dus een eerste ontbijt is. Dit kan omschreven worden als een ochtendsnack ofwel “almuerzo”.
Dit ontbijt is meestal een koffie met een zoet broodje of “pan con tomate” en dat is brood met tomaat. Er is ook nog de mogelijkheid om een “bocadillo” te nemen en dat is een broodje met beleg. Daarnaast eet men ook veel zoete broodjes zoals croissants, magdalenas en broodjes met spijs-, chocolade- of cremevulling.
De “comida” is het middagmaal en bestaat uit minstens 3 delen: een voorgerecht (primer plato), een hoofdgerecht (segundo plato) en een nagerecht (postre). Het voorgerecht is meestal een soep, een gerecht met eieren of een salade. Daarna komt het hoofdgerecht met vis of vlees en met aardappelen en daarna is er nog een nagerecht dat dikwijls een stuk fruit of een pudding is.
Veel werkende Spanjaarde eten vaak een “menu del día” in een nabijgelegen restaurant. Dit zijn vaak complete meergangen maaltijden met alles inclusief en meestal heel goedkoop.
In de grote steden kan het voorkomen dat het avondmaal of “cena” pas tussen 22 en 23 uur geserveerd wordt dus heeft men iets nodig tussen het middagmaal en het avondmaal. In de late namiddag, zoiets van tussen 17 en 19 uur, is er de “merienda”, een licht maal of een snack.
Behalve als men buitenshuis eet is de avondmaaltijd lichter dan het middagmaal. Over het algemeen eet men echter tussen 21 en 22 uur. Aangezien voor de meeste Spanjaarden de lunch (comida) belangrijker is en daar meer aandacht aan wordt besteed is het diner (cena) vaak lichter en bestaat dit uit brood, soep of een salades.